Boek 1:Water in de Legende van Aang | |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||||
|
|
|
Ik kan het verklaren, Majesteit. Dit is niets anders dan een... nieuwbouw project.
Deze pagina is Onder Constructie. Wegens staking van de bouwers is deze WIKI nog niet compleet. Mocht U relevante informatie hebben over De Storm binnen de legendes vul dit dan graag aan. De Engelstalige Avatar Wiki is completer, helaas zijn de verhalen in sommige details net iets anders. |
Sokka | _ | Ik ben te jong om te sterven. |
Ik niet, maar ik heb nog geen zin. | _ | Visser |
|
Heel Kort[]
Een grote storm doet Aang aan zijn donkere verleden denken. Hij zegt dat hij de Luchtnomaden en de wereld in de steek heeft gelaten. Als Sokka als vissersjongen gaat werken komt er een grote storm. Aang en Katara redden Sokka en de visser van de boot. Ondertussen verteld Iroh aan de bamannings leden van Zuko's schip het verhaal over hoe Zuko zijn litteken heeft gekregen. Een visser gaat met Sokka in een storm vissen, Zuko redt een officier en Iroh oefent bliksemsturen.
Kort[]
Langs de kust en ten Zuiden van de grote binnen zeeën ligt een vissers dorpje. Er komt een geweldige storm aan als Aang, Katara en Sokka op de markt wat eten willen kopen. Een oude plaatselijke visser beschuldigt Aang ervan de hel wereld in de steek te hebben gelaten.
Het Verhaal[]
We zien Aang uitgelaten blij aan de teugels zitten. Hij zit achterop Appa's hoofd, eigenlijk in de nek, maar die is bij Appa niet zichtbaar. Appa vliegt met al zijn poten wijd en naast hem vliegt een Luchtnomaden vlieger. Het is Sokka die onder de vlieger hangt, hij is ook heel erg blij. Hij lacht naar Aang, die terug lacht en zich naar de andere kant draait. Daar vliegt Momo, Een Momo die net zo groot is als Appa en Katara zit bij Momo tussen de gigantische oren op zijn kop. Katara zwaait en haar lange gevlochten staart wappert meer dan een meter achter haar. We horen Katara tegen Aang zeggen dat ze hem nodig hebben. Aang antwoordt dat hij hen ook nodig heeft.
Als Aang weer voor zich kijkt schikt hij, er nadert een heel donkere onweers wolk. Aang roept zijn vrienden om op te passen en zelf haalt hij de teugels in. Hij kijkt om zich heen maar zijn vrienden zijn er niet en de onweer heeft hem volledig omsingelt. We zien Gyatso vlak voor Appa neerdalen uit de lucht. Aang roept Gyatso bij de naam. Gyatso vraagt waarom Aang verdween. Aang antwoordt dat hij het ook niet zo gewild heeft. Hij reikt naar Gyatso en bij het naderen van zijn hand valt het beeld uiteen in rook, dat over Aang heen waait. Hij ziet de wolken donkerder en dichter worden. De stem van Gyatso die zegt dat ze hem nodig hebben.
Een bliksem doorklieft de lucht en Appa stort in zee. Aang ligt naast Appa onder water en zonder nog te bewegen horen we Katara zeggen dat ze hem nodig hebben, dit herhaalt en herhaalt, terwijl Aang in de diepte verdwijnt. Een bliksem, een tel het beeld van een stevige worstelaar met een kroontje en omringd door vuur. Aang en Katara liggen te slapen op het strand.
Aang schrikt wakker en maakt daarbij Momo ook wakker, deze springt op en landt even bij Katara op de slaapzak en daarna even bij Sokka om uiteindelijk bij Appa in het zadel te gaan liggen. Katara roept hu en Sokka zwaait direct met mes en boemerang. Hij kijkt versuft rond en vraagt wat er is en of ze alweer gevangen zijn. Aang zegt dat het niets was dan een nare droom, ze moeten maar weer gaan slapen waarop Sokka zegt al weer vertrokken te zijn. Katara vraagt Aang of alles wel OK is en Aang zegt dat het wel gaat. Katara is hier eigenlijk niet tevreden mee en vraagt door. Hij heeft de laatste tijd wel vaker nachtmerries, en ze vraagt of hij erover wil praten. Aang zegt gewoon rust nodig te hebben waarop Sokka roept of hij zijn droom dan maar zal vertellen en komt hier direct weer mompelend op terug dat hij er toch niet over wilde praten.
Golven spoelen luid ruisend aan op het strand, er ligt een vuurplaats met stenen eromheen op het zand. Katara loopt met een rol kleding naar de andere bagage. Appa geeuwt grommend en kromt zijn rug ver achterover. Als hij zijn hoofd onder zijn voorste paar poten neerlegt en verstopt, zien we Aang die de tussen de hoorns op zijn kop zit. We zien Sokka achter op het zadel iets doen. ASang vraagt aan zijn maatje of hij die blauwe lucht ziet, Aang voorspelt dat dat heerlijk vliegen wordt terwijl we een vlucht ganzen over zien komen.
Verschijningen[]
Mensen | Dieren | Voorwerpen | Plaatsen | Overig |
|
|
|
|
Citaat[]
Help[]
In de grot, de Vissersvrouw komt roepend om hulp binnen.
Aang |
Katara |
Vissers vrouw |