Verhalen uit Ba Sing Se is het vijftiende hoofdstuk van Boek 2: Aarde. De productie code is 215.
Mako Iwamatsu is de (Engelse) stem van Iroh. Deze is overleden tijdens de productie van de Legende. De tekst "Ter nagedachtenis van Mako" als laatste beeld van de treurende Iroh.
De verhalen uit Ba Sing Se gaat over elk van de avonturen van de hoofdpersonen in Ba Sing Se, die een glimp van hun persoonlijkheid en privé-leven levert. Katara en Toph hebben een dagje uit in de spa; Iroh helpt mensen in de stad en viert de verjaardag van zijn overleden zoon Lu Ten; Aang helpt een dierenverzorger met de bouw van een nieuwe dierentuin; Sokka komt per ongeluk terecht in een poëzie club; Zuko gaat op een date; Momo zoekt door Ba Sing Se naar Appa.
Het verhaal begint in het huis waar iedereen aan het werk is, behalve Toph. Katara maakt haar wakker. Toph's haar zit helemaal door elkaar en ze zit onder het stof. Katara stelt voor om een Meiden dagje uit te nemen en neemt haar mee naar het Ba Sing Se Badhuis. Hoewel Toph eerst niet wou stemde ze later toch in maar ze mochten niet aan haar voeten komen. Eerst nemen ze een pedicure, daarna een modderbad en als laatst een sauna. Ze komen de spa uit me make-up op hun gezichten. Als ze over een brug lopen maken drie oudere meisje grappen over Tophs make-up. Toph reageert hierop door een gat te maken onder de meisje met Aardsturen. Katara stuurt het water waar de meisje zijn ingevallen met een golf weg. Katara probeert Toph te troosten als ze verder lopen. Toph verteld dat omdat ze blind is, ze zich niet zoveel aantrek van wat anderen van haar vinden, maar dat de woorden van die meisjes haar nog steeds pijn deden, en ze werpt een paar tranen. Katara complimenteert Toph door te zeggen dat ze haar dat ze niet alleen zelfverzekerd en bewust is, maar ook mooi. Het verhaal eindigt met een vriendelijke maar harde stoot van Toph tegen katara's schouder.
Het verhaal van Iroh begint met een wandeling op de markt. Iroh koopt een picknickmand en verteld dat het voor een speciale gelegenheid is. Daarna helpt hij de verkoper door een maanbloem in bloei te zetten door hem te verplaatsen naar de schaduw. Als hij verder wandelt ziet hij een klein jongetje huilen terwijl zijn moeder hem probeert te kalmeren. Iroh zingt voor het jongetje het lied: "Blad van de Boom". Het jongetje stopt met huilen, trekt zachtjes aan Irohs baard en begint te lachen. In een steegje ziet Iroh een paar jongens een soort voetbal spelen door middel van Aardsturen. Als de bal door een ruit gaat verteld hij hen dat je altijd het beste je fout toe kunt geven om je eer te herstellen. Echter als er een enorme boze man in het venster verschijnt zegt hij dat je soms beter uit de voeten kunt maken. Later in een ander steegje word Iroh bedreigt met een mes door een overvaller. Iroh zegt hem dat zijn houding hem zwak maakt om aan te vallen en bewijst het door hem op de grond te gooien en z'n dolk te pakken. Iroh zegt dat hij de man helemaal geen type vind voor een overvaller. De man, die Tycho heet, geeft toe en zegt dat hij de laatste tijd verward is en daarom overvaller is geworden. Iroh zegt dat hij wel een masseur zal kunnen worden. De man zegt dat er nog nooit iemand in hem gelooft heeft. Iroh komt tegen zonsondergang op een heuvel onder een boom. Hij legt een kleedje op de grond voor wat stenen en zet een foto Lu Ten neer. Daarna steekt hij twee wierookstokjes aan om zijn overleden zoons verjaardag te gedenken. Hij zegt: fijne verjaardag zoon. en zingt het lied wat hij al eerder op de dag had gezongen voor de verdrietige jongen: "Blad van de boom".
Aang vliegt met zijn vlieger boven Ba Sing Se op zoek naar Appa. Hij land in een kleine dierentuin en kijkt of hij daar is. Als hij rondkijkt ziet hij verschillende dieren die er allemaal ongelukkig uitzien en in kleine kooien zitten van het honger. De dierentuin baas verteld Aang dat hij niet langer subsidies krijgt van de Dai Li omdat er niet langer kinderen komen. De dierentuin baas zegt dat hij niets liever zou willen dan de dieren vrij rond te zien lopen op een grote vlakte. Aang stelt voor om de dierentuin te verplaatsen naar een grote open vlakte net buiten de stad. De dieren blijken moeilijker onder controle te houden dan Aang had gedacht. De dieren lopen allemaal door de stad en vallen mensen lastig. Om de orde te herstellen blaast hij op zijn Bizon fluitje en springt op zijn Luchtscooter en de dieren volgen hem. Intussen probeert de dierentuin baas over te halen om de poorten te openen maar zij weigeren dit, totdat ze Aang en de kudde dieren aan zien komen stormen. Met Aardsturen creëert hij een muur rond de dieren. Ook maakt hij paden en aparte hokken. Maar de dierentuindieren waren niet de enige dieren die het fluitje gevolgd hebben maar ook honden en katten. Hij zegt tegen Aang dat hij beter kan houden bij het helpen van mensen.
Sokka ontdekt een gebouw met mooie meisjes. Als hij door het venster zit te gluren, genietend van de show, krijgt hij een trap van een langslopend Struisvogel Paard en valt door het raam naar binnen. Dan zegt hij per ongeluk wat dat rijmt. De instructeur word boos voor de verstoring en verteld Sokka de regels. Sokka gaat al snel de wedstrijd aan met de leraar. Ze doen het beide zeer goed. De meisjes in de klas beginnen te giechelen. Na verschillende gedeeltes te winnen zegt hij per ongeluk een lettergreep te veel waardoor de klas stil word. Als hij de lettergrepen natelt en zich zijn fout realiseert, komt er een grote bewaker achter hem staan die hem op straat gooit. Sokka veranderd op het einde zijn smaak over poëzie.
Als Zuko werkt in het theehuis. Hij is bang dat een meisje weet dat hij afkomstig is uit de Vuurnatie. Als hij het zijn oom Iroh verteld, zegt zijn oom dat het meisje, Jin, gewoon een oogje op hem heeft. Dit word al snel duidelijk als Jin Zuko na het betalen vraagt of hij met haar uit wil gaan. Ze ontmoeten elkaar na zonsondergang buiten de winkel. Zuko verlaat het theehuis gekleed in mooie kleren en glad haar. Als Jin vragen stelt over Zuko's leven, verzint hij een verhaal over dat hij in het circus zat. Daarom vraagt Jin hem om te jongleren. Als Zuko dit doet valt alles op de grond. Na het diner neemt Jin Zuko mee naar haar favoriete deel van de stad: De Vuur-licht fontein. In de avond is de fontein meestal verlicht door lantaarns waardoor het water gaat fonkelen. Maar als ze er komen zijn alle lantaarns uit. Zuko ziet de teleurstelling in Jin's ogen en zegt dat ze haar ogen dicht moet doen. Dan steekt hij alle lantaarns aan met Vuursturen. Jin en Zuko staren naar de fontein. Als Jin Zuko een kus wil geven geeft Zuko haar snel een coupon voor een gratis kopje thee. Dan zegt Jin dat Zuko z'n ogen moet sluiten. Ze geeft hem een zoen. Zuko zoent haar terug. Als Zuko stopt vraagt Jin waarom hij dat doet. Zuko zegt dat dat te ingewikkeld is en gaat terug naar het theehuis. Terug in het appartement vraagt Iroh hoe het was. Maar Zuko antwoord hier niet op en slaat de deur van zijn kamer dicht. Even later zegt hij dat het wel leuk was en schuift de deur weer zachtjes dicht.
Momo droomt dat hij samen met Appa maanperziken eet. Als hij wakker word heeft hij een pluk van Appa's vacht. Dan ziet hij een Appa achtige schaduw, hij wikkelt de pluk om z'n poot en gaat kijken maar het blijkt een wolk te zijn. Een soort gelijk beeld blijkt een kersenboom te zijn. Teleurgesteld besluit Momo door te zoeken naar Appa maar word gezien door drie kleine zwarte poema's. Momo weet te ontsnappen door in een menigte te gaan dansen samen met apen. De kleine zwarte poema's weten hem uit de menigte te vissen maar dan worden ze plotseling alle vier gevangen genomen. De vier worden gebracht naar een slager waar ze in kooitjes worden gestopt. Momo weet zijn eigen kooi open te krijgen en begint weg te lopen. Maar als hij de drie treurige poema's ziet krijgt hij medelijden en maakt hun kooi ook open. Ze vluchten over de daken. Als ze zitten te knuffelen pakt een van de poema's de pluk vacht van Appa af en rent ermee naar een grote pootafdruk, die door Appa was gemaakt. Momo gaat liggen in de pootafdruk en het begint te regenen.
Aang, Sokka en Katara frissen zich op en doen hun haar goed. Katara opent een deur en Toph ligt daar nog languit in bed.
Katara
Huh, Toph zou jij je niet eens klaar maken?
Een gigantische pluizebol komt overeind. Ze spuugt precies in een pot die in de hoek staat en staat op.
Ik ben klaar.
Toph
Er dwarrelt wat stof uit haar kleren.
Katara
Moet je je niet wassen? Er zit wat viezigheid op je . . . eh hele lijf eigenlijk.
Jij noemt het viezigheid, ik noem het een gezond laagje aarde.
Toph
Katara
Hmm, weet je wat ik wil, een heuse meidendag.
Moet dat nou echt?
Toph
Katara
Gezellig toch?
Ze zijn bij de schoonheidssalon
Een peperdure schoonheidssalon? Oh joepie wat leuk.
Toph
Katara
Klaar om je eens ernstig te laten verwennen?
Ja hoor Katara, jij bent de baas vandaag. Als ze maar niet aan mijn voeten zitten.
Toph
Dit hoofdstuk heeft meerdere citaten.
(...)
Verhaal van Iroh
Winkelier: "Als het voor een romantische picknick is, dan zou ik de lavendelblauwe nemen."
Iroh: "Nee, het is geen romantische picknick, maar wel een speciale gelegenheid. De kamperfoelie houdt van een beetje schaduw."
De kamperfoelie gaat weer bloeien.
Jongetje: "Whahahaha"
Vrouw: Oh stil maar jochie. Stil maar.
Lied: Blad van de Boom
Iroh: "Aauhh!"
Jongetje: "Haha, hihihi"
Kerel: "Hee!"
Iroh: "Meestal kun je maar het beste meteen toegeven dat je fout zit. En proberen om het weer goed te maken."
Kerel: "Als ik klaar ben met jullie is die ruit niet het enige wat er gebroken is!"
Iroh: "Maar deze keer niet. Rennen!"
Tycho: "Hee jij, hier met je geld."
Iroh: "Waar ben je nou mee bezig?"
Tycho: "Ik beroof je."
Iroh: "En dan sta je er zo bij?"
Tycho: "Wat? Wat klets je nou? Geef me je geld nou maar ouwe."
Iroh: "Als je houding slecht is, ben je uit balans, en bij je, makkelijk uit te schakelen"
Iroh ontwapent Tycho en werpt hem op de grond, en helpt hem dan overeind
Iroh: "Maar als je stevig staat, kom je meteen een stuk dreigender over."
Tycho gaat stevig staan
Iroh: "Stukke beter, maar om eerlijk te zijn, lijk je me helemaal geen misdadig type."
Tycho: "Nee klopt, ik weet het gewoon niet meer."
Tycho drinks samen met Iroh thee
Tycho: "Denkt u echt dat ik een goede masseur zou zijn?"
Iroh: "Natuurlijk"
Tycho: "Dit is geweldig, niemand heeft ooit in mij geloofd."
Iroh: "Je moet natuurlijk altijd geloof hebben in jezelf. Maar een beetje hulp van buiten kan een grote zege zijn."
Iroh gaat naar de grote boom en prepareert Lu Ten's verjaardags ceremonie.
Iroh: "Voor je verjaardag mijn zoon, had ik maar hulp kunnen bieden aan jouw."
Lied: Blad van de Boom
Verhaal van Aang
Aang loopt door de dierentuin.
Aang: "Hallo jochie, heb je honger?"
Schildtijger brult
Aang: "Whaa!"
Kenji: "Hhm, ze hebben allemaal honger. De Dai Li wil geen geld meer geven omdat er geen kinderen meer komen. En de kinderen komen niet omdat mijn dieren er zo beroerd aan toe zijn."
Aang: "Wat voor dier zit er in die kooi?"
Kenji: "Oh, dat is een Kanganijn. Ik wou dat ik haar op een mooi open veld kon zetten. Dan kan ze de vrijheid te ge moet hupsen."
Aang: "Maar dan doen we dat toch!"
Kenji: "Wat zeg je nou?"
Aang: "Er ligt een grote open vlakte buiten de muren van de stad."
Kenji: "Hoe wil jij al die wilde beesten daar krijgen dan?"
Aang:"Maak je maar geen zorgen, ik ben goed met dieren."
Totale chaos
Kolen man: "Mijn Ko.. ah laat ook maar."
Aang: "In mijn hoofd ging het veel makkelijker."
Kenji: "Maar u moet de poort open doen."
Poortwachter: "Of anders?"
Kenji: "Anders"
Poortwachter: "Open de poort"
Aang: "Zo beste oppasser, hoe vind u de nieuwe dierentuin?"
Kenji: "Helemaal goed Avatar, jij kan later wel dieren oppasser worden."
Snotneus: "Mammie, Sneeuwvlokje is weer uit zijn hok ontsnapt."
Meisje: "Pluizenbol, wat doe jij daar nou?"
Kenji: "Bij nader in zien, je kunt het toch maar beter bij mensen houden."
Aang: "Hih"
Verhaal van Sokka
Sokka hoort gefluister
Sokka: "Wat is dat?"
Mevrouw Macmu-ling: "De hele nacht lang, schijnt de wintermaan heldere liefde, sneeuwt haar zilveren tranen."
Sokka: "Ah, poëzie."
Sokka wordt door het raam getrapt door een struisvogel paard
Sokka: "Whaa!"'
Publiek: "Haah!"
Sokka: "Sorry hoor, dames. Ik kreeg een schop tegen mijn bilspier. En zo belande ik hier?"
publiek lacht
Mevrouw Macmu-Ling: "Vijf, Zeven en vijf, syllaben zijn een Haiku, vreselijke oen."
Sokka: "Men noemt mij Sokka, ik hoor bij de waterstam, en ik ben geen oen."
Publiek lacht
Mevrouw Macmu-Ling: "Kwetterend aapje, klimt bovenin de boomtop, en waant zichzelf groot"
Publiek "oeht"
Sokka: "U zet wel heel rap, leuke woordjes op een rij, maar dat kan ik ook."
Publiek "oeht"
Mevrouw Macmu-Ling: "jaren lang kost het, om de Haiku te leren, dat valt lang niet mee."
Sokka: "Een makkie is het, ik heb de slag te pakken, u krijgt slaag van mij."
Publiek lacht
Mevrouw Macmu-Ling: "In de fruitboomgaard, valt de overrijpe pruim, en wordt platgetrapt."
Sokka: "Spletsj, splatsj, leuterkoek, wat u zegt krijgt u terug, als een boemerang"
Publiek lacht
Sokka: "Ja ik ben Sokka, eerst een S en dan okka, en dames dat is toppie?"
Publiek kijkt boos
'Bewaker: "Dat is een lettergreep te veel, bink!"
De Bewaker gooit Sokka naar buiten.
Sokka: "Waah, poëzie."
Verhaal van Zuko
(...)
Verhaal van Momo
(In dit hoofdstuk alleen geschreeuw en dieren geluiden.)